De Christelijke legende rond Cunera verteld dat Cunera een dochter was van de Engelse koning Aurelius,
Cunera zou rond het jaar 337 na nul naar Rome zijn gegaan om de paus te bezoeken.
Op de terugweg werd ze bij Keulen door de Hunnen bedreigd, doch de Friese edelman Redbad redde haar
door Cunera onder zijn mantel te verstoppen.
Hij nam Cunera mee naar zijn kasteel in Rhenen, alwaar Cunera erg geliefd werd bij het volk.
De vrouw van Redbad was erg jaloers op Cunera, die Cunera samen
met haar dienstmaagd wurgde met als moordwapen Cunera's eigen omslagdoek.
Het lichaam werd heimelijk in de paardenstal begraven. Toen Redbad terugkwam wilden de paarden de stal niet in,
waarna Redbad het lichaam van Cunera ontdekte. Redbad liet Cunera herbegraven op de plek van het
Cunera-bergje. Dit is zeer beknopt het verhaal van de legende van Cunera.
(Zie: Dat Leven van Kunera)
Geschiedenis
Van Cunera is weinig met zekerheid bekend, de verhalen spreken elkaar tegen en het lijkt een geconstrueerd verhaal
om heidense gebruiken te kerstenen.
Zo leefde Redbad niet in de vierde eeuw maar van ca 680 tot 719 na nul en was hij
geen Christen maar vocht hij juist om het heidendom tegen de oprukkende Christelijke Franken te verdedigen
(Zie Wikipedia).
Andere versies van de legende noemen in plaats van Redbad een ridder of koning Heymo van Rhenen
(Bosch blz.72 en
Utrechtseheuvelrug)
of een Koning van de Rijn (Huygens.knaw.nl).
Volgens M.Carasso-Kok komt er in de oude handschriften echter geen koning Heymo of Heimo voor
(zie Carasso-Kok blz.29 bij noot 4).
Cunera's vader was Aurelius, volgens een bron koning van de
Orkney eilanden
(zie Heiligen.net &
entoen.nu), dat in die periode
bewoond was door heidense Picten, dus onwaarschijnlijk dat Cunera hier vandaan naar Rome zou trekken.
Volgens andere bronnen was Aurelius een Engelse koning, kroonprins of hertog van York (in die tijd Christelijk)
(zie isgeschiedenis.nl).
Doch York heette in die tijd Eboracum, in 866 werd het door de Vikingen veroverd die het Jorvik noemde en pas na 1000 na nul
raakte de naam York in gebruik (Zie Wikipedia).
De Germaanse naam Cunera is weer in tegenspraak met de Romeinse naam Aurelius, en zo zitten er vele tegenstrijdigheden
in de ongeveer 13 verschillende oude teksten die over Cunera gaan.
De oudste verwijzing naar Cunera vinden we in een handschrift uit Exeter dat tussen 1054 en 1072 is ontstaan en dat
Cunera een connectie heeft met Rhenen vinden we in de
Vita Meinwerci over bisschop Meinwerk (1009-1036).
(Bron: Carasso-Kok blz.31-32).
Rond 1392 werd er een Cunera broederschap opgericht.
In 1475 kreeg men vanuit Rome een aflatenbrief, getekend door 18 kardinalen,
waarmee pelgrims door een bezoek aan de Cunera-kerk op 12 juni, hun verblijf in het vagevuur met 100 dagen konden inkorten.
De toeloop was ten gevolge hiervan blijkbaar zo groot, dat men hiervan de bouw van de toren tussen 1492 en 1531 kon bekostigen
(Meertens Inst.).
Verder zijn er heel veel overeenkomsten tussen de legenden rond Cunera en die rond
Ursula.
Dat de legendes rond Cunera geconstrueerd zijn om een locale Godin te kerstenen, geïnspireerd op de legende
van Ursula,
lijkt hier de meest voor de hand liggende conclusie. Omdat de naam Cunera Germaans is, lijkt het heel onwaarschijnlijk
dat ze uit Engeland zou zijn gekomen in die periode. Dat men voor de naam Cunera gekozen heeft kan er dus op wijzen
dat er in deze streken een Godin Cunera vereerd werd.
Paarden
In een pelgrimsboekje van rond 1530 vinden we veel wonderverhalen
waarvan er zes betrekking hebben op paarden
(Cuneralegende.nl),
een verwijzing naar de paarden van Redbad die de stal niet in wilden waar Cunera heimelijk was begraven
(Zie Meertens Inst.).
De paarden waren dus de aanleiding tot de ontdekking van het vermoorde lichaam van Cunera.
Cunera heeft duidelijk een heidense oorsprong. Bij de Kelten en de Germanen speelden paarden een belangrijke rol,
wat Cunera met paardenverering in verband brengt (Zie ook artikeltje in
de Volkskrant).
In Rhenen bevindt zich ook het grootste grafveld van Nederland van de vroege middeleeuwen dat gedurende een lange periode, tussen 350
en 750 na nul, in gebruik was. Er zijn in de periode zo'n 860 mensen begraven plus nog eens zo'n 300 mensen gecremeerd.
Daarnaast zijn er ook 14 paarden begraven
(Zie Archeologie op de kaart en YouTube).
De Grebbeberg was vroeger bekend als de Heimenberg (Carasso-Kok
Blz.31 en 34). De Heimenberg wordt wel in verband gebracht met Heimo uit de
Thidrekssaga, die beroemd is om zijn paarden
(Carasso-Kok Blz.34, noot 22).
De Heimenberg/Grebbeberg kan dus in verband
gebracht worden met paarden en mogelijk dus met een oude Cunera verering.
De rol van de paarden in de legenden rond Cunera wijzen op de kerstening van een heidens symbool, blijkbaar waren
paarden dieren die verbonden waren met een oude Godin, mogelijk Cunera genaamd, die in deze streek vereerd werd.
Vruchtbaarheids Godin
De naam Cunera is Germaans en staat zoals in het Latijnse "cunnus" en Nederlandse "kunne"
in verband met "Geslacht" (Meertens Inst.).
Cunera zou een Moeder Aarde Godin geweest kunnen zijn die vruchtbaarheid en overvloed schenkt
(zie CirceWicca en
K.Haanappel).
Men liep in 1579 voor het laatst een processie die nog steeds traceerbaar is.
Men trok vanaf de Cunera-kerk door de westpoort van de stad zo ongeveer
langs de huidige Utrechtsestraatweg en de Rijksstraatweg naar Elst, een wandeling van ruim 6 Km, waar de eerste statie was.
Vandaar ging het (zo'n 3 Km verder) naar de tweede statie bij Prattenburg, waar de moord op Cunera plaats zou hebben gevonden.
Dit is echter onwaarschijnlijk omdat Prattenburg in de tijd van Cunera nog niet bestond, Prattenburg wordt voor het eerst
genoemd in 1474 na nul, ruim 1000 jaar later dan de tijd van Cunera (Zie Wikipedia over
Prattenburg
en over Cunera).
Dan ging de processie over wat heden nog de Cuneraweg heet door Achterberg langs de plek waar Cunera een tijdje
gehuisvest zou zijn geweest, nogmaals 7 Km naar de derde statie: de plaats van de 'predicxstoel bij der Horst'.
Vervolgens vervolgde de processie naar de Cunera-kapel op de Cunera-heuvel ongeveer 3 Km verderop, de plaats van de vierde statie
(Zie Utrechtseheuvelrug.punt.nl).
Dergelijke processies lijken te zijn voortgekomen uit ommegangen rond de akkers om de vruchtbaarheid te garanderen.
Cunera lijkt dus te zijn gebaseerd op een Godin die voor vruchtbaarheid, gezondheid en overvloed staat en die gerelateerd is aan paarden.
Midzomer
Een feestdag gekoppeld aan Cunera valt op 12 juni, volgens de legende de dag dat Willibrord grafschennis pleegde en
het gebeente van Cunera opgroef om in de kerk van Rhenen bij te zetten. Hij trof haar lichaam ongeschonden in het graf
aan waarop Cunera op die twaalfde juni ook heilig verklaart werd.
Andere data die genoemd worden zijn 28 Oktober 340 na nul als de dag dat Cunera gewurgd werd.
Bepaalde Midzomergebruiken die elders samenhingen met Sint-Jan, werden in Rhenen op 12 Juni met Sint-Cunera gevierd
(Schuyf Blz.79).
De Godin waarop Cunera geïnspireerd is lijkt dus te zijn verbonden met het midzomer feest.
Cunera & Holda
Van Cunera weten we dat ze alle sleutels van de Koning kreeg
(Cuneralegende.nl),
Cunera kreeg een zogenoemde sleutelmacht van de Koning; zeggenschap over het rijk bij afwezigheid van de koning, iets waarover gewoonlijk
alleen diens echtgenote beschikte
(Combrink Blz.15
en Carasso Kok, Blz.29 en 36).
In het boek "Sprookjes van Vrouw Holle" vinden we op
blz.29 het verhaal van "De speelman op de berg".
Hierin lezen we over Vrouw Holle die de huishouding van de keizer deed en herkend werd door muziekanten aan haar grote sleutelbos.
Vrouw Holle beloonde hun mooie gezang met een glas van de beste rode wijn en een paardeschedel.
De meesten vonden de paardeschedel maar
niets en gooiden deze weg, doch één muziekant bewaarde de paardeschedel en vondt de volgende ochtend in plaats van
de paardenschedel een klomp goud.
De overeenkomsten met Cunera zijn treffend! Beidde beschikken over sleutels, beidde worden met paarden in verband
gebracht en beidde transformeren iets in relatie tot een gift. Toen Cunera brood aan de armen wou geven werd ze tegen gehouden
door de vrouw van de koning en toen deze Cunera wilden confronteren met het stelen van broden bleken de broden te zijn veranderd
in houtsnippers.
Cunera lijkt dus een oude Godin te kunnen zijn geweest die bovendien in verband gebracht kan worden met de Godin Holda.
Krachtplaatsen
Wigholt Vleer
noemt twee krachtplaatsen in Rhenen: de Cunera-toren en de Koningstafel op de Grebbeberg
(Vleer Blz. 346 en 347).
Vleer schrijft dat de toren zo'n vier meter naast het krachtcentrum is gebouwd. De toren staat niet recht voor de kerk maar iets in de
richting van het krachtcentrum.
Ook Judith Schuyf noemt de Grebbeberg op bladzijde 79 van haar boek
Heidens Nederland. Op de Grebbeberg bevindt zich een ringwalburg;
"de Heimenberg".
Schuyf schrijft dat de naam Heimenberg een connectie heeft met reuzen en paarden.
Een Heimburg wordt in het Nibelungenlied genoemd en was gelegen aan de samenvloeiing van de Donau en de March (marh = paard, merrie).
Heimo of Haymon was een Germaanse reus die nog voortleeft als de vader van de
Vier Heemskinderen en naar wie vier heuvels zijn vernoemd.
Ook hier zien we de connectie van Cunera met paarden dus weer terugkomen.
Mogelijk was ook de Heimenberg/Grebbeberg ooit een plaats van verering van een oude Godin.
Bij het Cunera-bergje zouden wonderbaarlijke dingen zijn gebeurt wat de beidde bergen tot interessante
krachtplaatsen maakt, zeker een bezoekje waard...
Wandeling
Op dinsdagmiddag 29 mei 2018 organiseerden we een Cunera wandeling in Rhenen.
Het was zonnig en zo'n 30 graden in Rhenen, dus we liepen heel rustig vanaf het station naar het Cunerabergje in de
richting van het centrum en de Cunerakerk. Met ongeveer 15 minuten lopen waren we bij het Cunerabergje aan de Cuneralaan.
We gingen eerst even stil zitten op het Cunerabergje om met de plek kennis te maken en deze aan te voelen.
Ik zag op een gegeven moment het silhouet van een Vrouwe in bruine doeken gewikkeld, ze hief haar linkerhand op
en vormde met haar vingers een soort van O vorm (kan een Oké gebaar zijn of iets vergelijkbaars). Ook Zia zag deze
Vrouwe in het bruin, ze zong naar het water (de Nederrijn).
We deden een ritueel voor Cunera, we maakten een kring van rozenblaadjes met daarop negen rozenknoppen. In het midden van de
kring plaatsen we drie rozenknoppen. Priesteres Zia sprak een dankwoord uit en offerde Mede aan Cunera, waarna ze het
volgende gebed opdroeg aan Cunera:
Jouw schaduw
Verscholen Vrouwe
Ligt nog op het land
Ik zoek naar Jou
Ik zing voor Jou
Kunera Vrouwe van kunde
Kunera Vrouwe van kin
Oude Vrouwe
Deze aarde
Kent Kunera nog wel
Goede Vrouwe
Goddelijke Vrouwe
Ontwaak uit diepe sluimer
Ontwaak uit diepe slaap
Hoge Dame
Heidense harten
De Goden goedgezind
Geven offer
ontvang het graag
Wij geven met groot respect
Wij geven met goede wil
Oude wegen
Van de aarde
Willen wij wandelen
Herstel Haar eer
Herstel Haar faam
Roep Kunera's roem
Noem Kunera's naam
Geschreven door
Zia Elohka
|
Hierna deden we weer een meditatie, wederom zag ik de Vrouwe in het bruin verschijnen.
We ervoeren een soort van beschermde plaats, een veilige plek. We konden de drie rozenknoppen in
het midden weer meenemen en Zia offerde drie steentjes in de kring voor de Vrouwe Cunera.
Hierna liepen we ongeveer 10 minuten verder naar de Cunera kerk en het museumpje met een VVV.
Bij de Cunerakerk hebben we met wichelroedes gelopen en vonden inderdaad links van de kerktoren
een krachtplek, maar ook pal voor de ingang. Heel interessant hoe we allemaal op ongeveer dezelfde
plaatsen een reactie kregen van de wichelroedes.
Hierna zouden we nog naar de Koningstafel op de Grebberg gaan, doch toen we bij de parkeerplaats
van de gedenkplaats op de Grebberg waren begon het wat te druppelen en er was een flinke onweersbui
voorspeld, dus daar gaan we een volgende keer heen.
Het was een zeer leerzame, fijne dag met een klein groepje, zodat we lekker onze eigen gang konden gaan.
Voor herhaling vatbaar!
Martin Roek
Naar de bovenkant van deze pagina
|